Wetenschappelijke publicatie MNRI: "Effecten van MNRI Visual Reflex Neuro-Training op visuele en schoolse vaardigheden van kinderen met autisme"
28 september 2018, International Journal of School and Cognitive Psychology
Svetlana Masgutova, Denis Masgutov, Trina Lieske
Klik op onderstaande knop voor PDF van deze publicatie:
Uit: 'RISE AND FALL OF IMMEDIATE AND DELAYED MEMORY' door Jaap M. J. Murre, Steve M. J. Janssen, Romke Rouw, & Martijn Meeter, University of Amsterdam, Duke University, VU University Amsterdam:
4.4. Conclusions
The most important finding in this study was that individual differences are dominated by the type of items, verbal versus visuospatial. Individuals are thus best characterized in terms of having a good verbal memory or a good visuospatial memory.
Uit: 'Omgekeerd Briljant: De visueel-ruimtelijke leerling' door Linda Kreger Silverman. Ph.D.:
Inleiding
Veel onderwijzers doen hun uiterste best zich aan de verschillende stijlen van leren van hun studenten aan te passen, maar dat kan een onmogelijke taak zijn omdat sommige van deze stijlen en modellen zeer ingewikkeld zijn. Als een voormalig onderwijzeres weet ik dat er maar een beperkt aantal uren in de dag zijn en dat zelfs de meest toegewijde leraar zich niet kan voorbereiden op alle verschillende stijlen van leren en intelligentie verschillen van zijn studenten. Houdt moed! Er bestaat een makkelijker oplossing.
Het model van de visueel-ruimtelijke leerling is gebaseerd op de nieuwste ontwikkelingen in hersenonderzoek omtrent de verschillende functies van hersenhelften. De linker hersenhelft is volgordelijk, analytisch en gericht op tijd. De rechter hersenhelft neemt het geheel waar, synthetiseert en begrijpt beweging in de ruimte. De mens heeft maar twee hersenhelften en wij doen goed werk in het leren met een daarvan. Nu moeten wij slechts meer bewust worden hoe ook de andere helft te bereiken, en dan zullen wij blijere studenten krijgen die meer effectief kunnen leren.
Ik wil U vertellen hoe de gedachte van de visueel-ruimtelijke leerling ontstond. Omstreeks 1980 begon ik op te merken dat sommige hoogbegaafde kinderen de top van de IQ test bereikten met hun fenomenale mogelijkheden om problemen op te lossen die visueel aan hun werden voorgelegd of hoge eisen stelden aan de mogelijkheid tot visualiseren. Deze kinderen waren ook goed in ruimtelijke taken, zoals problemen van oriëntatie. Spoedig ontdekte ik dat degenen met de hoogste IQ het beter deden in de visueel ruimtelijke taken, maar dat dit ook het geval was voor degenen met het laagste quotiënt. Het voornaamste verschil tussen de twee groepen was dat de hoogbegaafde kinderen het ook uitstekend deden in de auditief-volgordelijke onderwerpen, terwijl kinderen die slimmer waren dan hun IQ cijfer duidelijk auditieve en volgordelijk zwakte vertoonden. Als gevolg van deze klinische waarnemingen en mijn poging om zowel sterke als zwakke punten te begrijpen ontstond het concept van de visueel-ruimtelijke leerling.
Visueel-ruimtelijke leerlingen zijn individuen die denken in beelden in plaats van in woorden . Hun hersenen zijn anders georganiseerd dan bij de auditief-volgordelijke leerling. Zij leren beter visueel dan auditief. Zij leren alles tegelijk, en als het klikt blijft het geleerde permanent aanwezig. Zij leren niet van herhaling of instampen. Zij leren iets als geheel en moeten eerst het grotere beeld zien voordat zij de details kunnen opnemen. Zij zijn niet-volgordelijk hetgeen betekent dat zij niet leren op de stapsgewijze benadering van de meeste onderwijzers. Zij komen tot een juiste oplossing zonder die stapsgewijs te benaderen, zodat het onmogelijk voor hen kan zijn hun werk te tonen. Zij kunnen ook problemen hebben met gemakkelijke opgaven, maar tevens een bewonderenswaardige geschiktheid tonen met moeilijke gecompliceerde taken. Zij zijn systeem-denkers die een grote hoeveelheid informatie uit verschillende sectoren kunnen ordenen, maar tegelijkertijd vaak de details missen. Zij neigen tot organisatorische achterstand en zijn zich niet bewust van tijd. Zij zijn vaak creatief, technologisch, mathematisch of emotioneel begaafd.
Ouders kunnen nagaan of zij een van dit soort kinderen hebben door de eindeloze hoeveelheid tijd die het besteed aan moeilijke puzzels, het bouwen met lego, het aanleggen van doolhoven, het tellen van alles, het spelen van Tetris op de computer of schaken, het bouwen met alle beschikbare materialen, het ontwerpen van wetenschappelijke experimenten, het programmeren van uw computer of alles in Uw huis uit elkaar halen om te zien hoe het werkt. Zij zijn ook zeer creatief, artistiek en goed in toneel en muziek.
In het Gifted Development Center hebben we het fenomeen van de visueel-ruimtelijke leerling meer dan twintig jaar gevolgd. Wij hebben strategieën ontwikkeld om effectief met deze kinderen te werken, evenals richtlijnen voor ouders hoe met hen te leven, en technieken om de leerlingen te helpen succes vol te leren door gebruikmaking van hun sterke punten.
Gedurende een periode van negen jaar heeft een multi-disciplinair team de Visual-Spatial Identifier ontwikkeld. Een eenvoudige lijst van vijftien punten om ouders en onderwijzers te helpen deze kinderen te identificeren. Er bestaan twee vormen van deze Identifier: een vragen lijst die zelf punten geeft, en een waarnemingsformulier dat door ouders en onderwijzers moet worden ingevuld. De Visual-Spatial Identifier is vertaald in het Spaans met behulp van twee subsidies van het Morris S. Smith Foundation zijn de twee formulieren getoetst bij 750 leerlingen in de groepen 4,5 en 6. uit dit onderzoek bleek dat een derde van de gehele school sterk visueel-ruimtelijk leerde. Daarnaast toonde nog eens 30% een lichte voorkeur voor deze stijl. Slechts 23 % was sterk auditief-volgordelijk ingesteld. Dit resultaat suggereert dat een substantieel percentage van de scholieren beter zou leren wanner visueel-ruimtelijke methodes zouden worden gebruikt.
Over Primaire Reflexen:
Klik op de knop hieronder om door-gelinkt te worden naar de pagina met meer publicaties van Masgutovamethod.com:
4.4. Conclusions
The most important finding in this study was that individual differences are dominated by the type of items, verbal versus visuospatial. Individuals are thus best characterized in terms of having a good verbal memory or a good visuospatial memory.
Uit: 'Omgekeerd Briljant: De visueel-ruimtelijke leerling' door Linda Kreger Silverman. Ph.D.:
Inleiding
Veel onderwijzers doen hun uiterste best zich aan de verschillende stijlen van leren van hun studenten aan te passen, maar dat kan een onmogelijke taak zijn omdat sommige van deze stijlen en modellen zeer ingewikkeld zijn. Als een voormalig onderwijzeres weet ik dat er maar een beperkt aantal uren in de dag zijn en dat zelfs de meest toegewijde leraar zich niet kan voorbereiden op alle verschillende stijlen van leren en intelligentie verschillen van zijn studenten. Houdt moed! Er bestaat een makkelijker oplossing.
Het model van de visueel-ruimtelijke leerling is gebaseerd op de nieuwste ontwikkelingen in hersenonderzoek omtrent de verschillende functies van hersenhelften. De linker hersenhelft is volgordelijk, analytisch en gericht op tijd. De rechter hersenhelft neemt het geheel waar, synthetiseert en begrijpt beweging in de ruimte. De mens heeft maar twee hersenhelften en wij doen goed werk in het leren met een daarvan. Nu moeten wij slechts meer bewust worden hoe ook de andere helft te bereiken, en dan zullen wij blijere studenten krijgen die meer effectief kunnen leren.
Ik wil U vertellen hoe de gedachte van de visueel-ruimtelijke leerling ontstond. Omstreeks 1980 begon ik op te merken dat sommige hoogbegaafde kinderen de top van de IQ test bereikten met hun fenomenale mogelijkheden om problemen op te lossen die visueel aan hun werden voorgelegd of hoge eisen stelden aan de mogelijkheid tot visualiseren. Deze kinderen waren ook goed in ruimtelijke taken, zoals problemen van oriëntatie. Spoedig ontdekte ik dat degenen met de hoogste IQ het beter deden in de visueel ruimtelijke taken, maar dat dit ook het geval was voor degenen met het laagste quotiënt. Het voornaamste verschil tussen de twee groepen was dat de hoogbegaafde kinderen het ook uitstekend deden in de auditief-volgordelijke onderwerpen, terwijl kinderen die slimmer waren dan hun IQ cijfer duidelijk auditieve en volgordelijk zwakte vertoonden. Als gevolg van deze klinische waarnemingen en mijn poging om zowel sterke als zwakke punten te begrijpen ontstond het concept van de visueel-ruimtelijke leerling.
Visueel-ruimtelijke leerlingen zijn individuen die denken in beelden in plaats van in woorden . Hun hersenen zijn anders georganiseerd dan bij de auditief-volgordelijke leerling. Zij leren beter visueel dan auditief. Zij leren alles tegelijk, en als het klikt blijft het geleerde permanent aanwezig. Zij leren niet van herhaling of instampen. Zij leren iets als geheel en moeten eerst het grotere beeld zien voordat zij de details kunnen opnemen. Zij zijn niet-volgordelijk hetgeen betekent dat zij niet leren op de stapsgewijze benadering van de meeste onderwijzers. Zij komen tot een juiste oplossing zonder die stapsgewijs te benaderen, zodat het onmogelijk voor hen kan zijn hun werk te tonen. Zij kunnen ook problemen hebben met gemakkelijke opgaven, maar tevens een bewonderenswaardige geschiktheid tonen met moeilijke gecompliceerde taken. Zij zijn systeem-denkers die een grote hoeveelheid informatie uit verschillende sectoren kunnen ordenen, maar tegelijkertijd vaak de details missen. Zij neigen tot organisatorische achterstand en zijn zich niet bewust van tijd. Zij zijn vaak creatief, technologisch, mathematisch of emotioneel begaafd.
Ouders kunnen nagaan of zij een van dit soort kinderen hebben door de eindeloze hoeveelheid tijd die het besteed aan moeilijke puzzels, het bouwen met lego, het aanleggen van doolhoven, het tellen van alles, het spelen van Tetris op de computer of schaken, het bouwen met alle beschikbare materialen, het ontwerpen van wetenschappelijke experimenten, het programmeren van uw computer of alles in Uw huis uit elkaar halen om te zien hoe het werkt. Zij zijn ook zeer creatief, artistiek en goed in toneel en muziek.
In het Gifted Development Center hebben we het fenomeen van de visueel-ruimtelijke leerling meer dan twintig jaar gevolgd. Wij hebben strategieën ontwikkeld om effectief met deze kinderen te werken, evenals richtlijnen voor ouders hoe met hen te leven, en technieken om de leerlingen te helpen succes vol te leren door gebruikmaking van hun sterke punten.
Gedurende een periode van negen jaar heeft een multi-disciplinair team de Visual-Spatial Identifier ontwikkeld. Een eenvoudige lijst van vijftien punten om ouders en onderwijzers te helpen deze kinderen te identificeren. Er bestaan twee vormen van deze Identifier: een vragen lijst die zelf punten geeft, en een waarnemingsformulier dat door ouders en onderwijzers moet worden ingevuld. De Visual-Spatial Identifier is vertaald in het Spaans met behulp van twee subsidies van het Morris S. Smith Foundation zijn de twee formulieren getoetst bij 750 leerlingen in de groepen 4,5 en 6. uit dit onderzoek bleek dat een derde van de gehele school sterk visueel-ruimtelijk leerde. Daarnaast toonde nog eens 30% een lichte voorkeur voor deze stijl. Slechts 23 % was sterk auditief-volgordelijk ingesteld. Dit resultaat suggereert dat een substantieel percentage van de scholieren beter zou leren wanner visueel-ruimtelijke methodes zouden worden gebruikt.
Over Primaire Reflexen:
Klik op de knop hieronder om door-gelinkt te worden naar de pagina met meer publicaties van Masgutovamethod.com:
Over visuele mogelijkheden:
-2009, S.K. Masgutova, MNRI™
The effect of combining vision training with reflex movement patterns and related postures on the development of primary visual skills in children with dyslexia
Svetlana Masgutova, Ph.D., Russia-Poland
-Publicatie op website artsennet.nl : 2 augustus 2010
'Diepte zien ook te leren op latere leeftijd'
Patiënten die geen diepte kunnen zien, kunnen dit mogelijk nog leren op latere leeftijd. Volgens neurobiologen blijven de hersenen zeer flexibel in het combineren van beelden van beide ogen.
Onderzoek aan de Universiteit Utrecht toont aan dat het brein van volwassenen zich snel en blijvend kan aanpassen aan nieuwe visuele omstandigheden. Neurobiologen Chris Klink en Richard van Wezel onderzochten hoe de hersenen beelden van twee ogen combineren.
Hersenen passen snel aan. Van Wezel: 'Als het nodig is, verwerken je hersenen de beelden binnen een half uur op een andere manier dan in de tientallen jaren hiervoor – en dat zonder automatisch terug te vallen in het oude patroon.'
ExperimentDe wetenschappers lieten proefpersonen via spiegels met hun afzonderlijke ogen naar twee verschillende patronen kijken. 'Na ongeveer een half uur zagen ze steeds vaker een beeld dat een combinatie was van de twee patronen.'
3D-filmsDe bevinding is wellicht een uitkomst voor filmliefhebbers die geen diepte kunnen zien. 'Een aanzienlijk aantal mensen ziet geen extra diepte in 3D-films zoals Avatar omdat ze een lui oog hebben gehad.'
'Ons onderzoek laat zien dat de hersenen ook op latere leeftijd kunnen leren de beelden uit twee ogen anders te combineren', vertelt Van Wezel.
Bron: Universiteit Utrecht
-2009, S.K. Masgutova, MNRI™
The effect of combining vision training with reflex movement patterns and related postures on the development of primary visual skills in children with dyslexia
Svetlana Masgutova, Ph.D., Russia-Poland
-Publicatie op website artsennet.nl : 2 augustus 2010
'Diepte zien ook te leren op latere leeftijd'
Patiënten die geen diepte kunnen zien, kunnen dit mogelijk nog leren op latere leeftijd. Volgens neurobiologen blijven de hersenen zeer flexibel in het combineren van beelden van beide ogen.
Onderzoek aan de Universiteit Utrecht toont aan dat het brein van volwassenen zich snel en blijvend kan aanpassen aan nieuwe visuele omstandigheden. Neurobiologen Chris Klink en Richard van Wezel onderzochten hoe de hersenen beelden van twee ogen combineren.
Hersenen passen snel aan. Van Wezel: 'Als het nodig is, verwerken je hersenen de beelden binnen een half uur op een andere manier dan in de tientallen jaren hiervoor – en dat zonder automatisch terug te vallen in het oude patroon.'
ExperimentDe wetenschappers lieten proefpersonen via spiegels met hun afzonderlijke ogen naar twee verschillende patronen kijken. 'Na ongeveer een half uur zagen ze steeds vaker een beeld dat een combinatie was van de twee patronen.'
3D-filmsDe bevinding is wellicht een uitkomst voor filmliefhebbers die geen diepte kunnen zien. 'Een aanzienlijk aantal mensen ziet geen extra diepte in 3D-films zoals Avatar omdat ze een lui oog hebben gehad.'
'Ons onderzoek laat zien dat de hersenen ook op latere leeftijd kunnen leren de beelden uit twee ogen anders te combineren', vertelt Van Wezel.
Bron: Universiteit Utrecht